P
15 oktober,
P heeft zelfmoord willen plegen. Hij werd gevonden door zijn moeder. Overdosis.
Hij ligt nu in het ziekenhuis. Eens bij bewustzijn heeft hij uren gehuild. Hij schreeuwde dat hij dood wilde. Er kwam een psychiater. Die gaf hem kalmeringsmiddelen en anti-depressiva. Veelal slaapt hij.
3 november,
P is uit zijn raam gesprongen. Hij heeft zijn benen gebroken. Er is nu altijd iemand bij hem. Probeert te praten. Zet muziek op. Soms zijn ze met veel. Dan praten ze door elkaar, alsof P er niet is.
12 november,
P is ontsnapt naar de badkamer. Heeft zijn polsen overgesneden. Zijn vrienden hebben hem gered.
20 november,
P herstelt langzaam. Hij eet weer. Af en toe lacht hij. Iedereen haalt opgelucht adem.
25 november,
P wilde een uitstapje maken naar zee. Toen de trein kwam is hij eronder gesprongen. Zijn beide benen en zijn linkeronderarm zijn geamputeerd. Men houdt hem zo lang mogelijk in slaap.
7 december,
P heeft met zijn resterende hand een mes gepakt en zijn keel overgesneden. Het mes was te bot. Ze hebben zijn arm nu vastgebonden aan zijn lijf.
9 december,
P wilde zich versmachten onder zijn kussen. Maar het viel voortijdig op de grond. Er werd een priester bij gehaald. Deze sprak tot P:
"Alle zelfdoding is verkeerd, want het is lafheid, een poging zich aan dingen te onttrekken. U bent, mogelijk gekweld en gemarteld door leed en pijn, zo dwaas zich van het leven te beroven, in de mening, arme blinde, dat U de plannen van God kunt tegenhouden. Maar het is geen uitweg zich van het leven te beroven, U maakt de toestand zelfs duizendmaal erger. De mentale toestand waarin U zich bevindt voor U de daad pleegt, zet zich voort in de hel, maar in hoge mate versterkt. Uw hele bewustzijn zal branden van alle onheilige hartstochten, gevoelens van haat, liefde, vrees, verschrikkingen, angsten, waardoor U zelfmoord ging plegen. Zelfdoding wordt bestraft, want het is lafheid. Dat moet men niet vergeten.”
11 december,
P is gestopt met praten. Nu ook met eten. Men is op sondevoeding overgegaan.
14 december,
P zegt nog steeds niets. Ondanks de sondevoeding lijkt hij te verzwakken. Hij houdt nu ook zijn ogen gesloten als hij wakker is.
16 december,
Hij haalt bijna geen adem meer. Contact is onmogelijk geworden. Men heeft hem al op alle mogelijke manieren proberen te doen schrikken. Niets helpt.
17 december,
Men heeft hem aan een beademingstoestel gelegd. Ook zijn hartslag begint te verzwakken. Zijn moeder huilt hele dagen aan zijn bed.
18 december,
P heeft een hartstilstand gekregen. De reanimatie is geslaagd.
19 december,
Na drie hartstilstanden is P er opnieuw doorgekomen. Hij lijkt aan de beterhand.
20 december,
P is vanochtend heengegaan. Zijn moeder heeft getekend. Hij wordt donor.
21 december,
De begrafenis wordt geregeld. Sinds vanmiddag ligt hij opgebaard. Iedereen kan naar P gaan kijken.