Als filosofe heb ik me gespecialiseerd in het werk van politiek denker Hannah Arendt. Vanaf het moment dat ik in contact gekomen ben met haar werk en haar unieke denkwijze heeft het me nooit meer losgelaten en ben ik me er steeds verder in gaan verdiepen. Op deze pagina vind je informatie over mijn doctoraatsthesis over Arendt's politieke concept van vergeving. Je kan ook het volledige proefschrift hier lezen. Ook mijn masterthesis en bachelorthesis over haar denken zijn hier beschikbaar. Daarnaast zijn er op deze pagina een aantal papers terug te vinden die ik in het kader van mijn opleiding filosofie aan de Universiteit Antwerpen heb geschreven.
DOCTORAl TheSIS
The Power of Forgiveness: An Arendtian Turn
Abstract
In this dissertation I argue that Hannah Arendt’s concept of forgiveness enables a fundamental revision of the most important discussions in the contemporary literature on forgiveness. I demonstrate that the moral assumptions about forgiveness in these discussions give rise to all kinds of problems and paradoxes. Hannah Arendt’s account of acting and her concept of freedom enable to tackle these assumptions. Moreover, from the alternatives her account offers it becomes possible to rethink forgiveness as a practice thoroughly and to offer solutions for the problems that seem unavoidable in the contemporary approaches. In the first part I analyse how forgiveness is disentangled from forgetting, excusing and condoning in the contemporary literature. This brings to the fore some crucial features of forgiveness and enables me to call into question the most important assumptions about forgiveness. I reveal how Arendt’s theory of action involves a shift in perspective, which sheds a whole new light on what is at stake in the act of forgiveness. Her account implies a ‘turn to the act’ which on the one hand sketches another picture of the wrong forgiveness is dealing with and on the other hand shows how in the act of forgiveness one is precisely disentangling oneself from moral motivations and attitudes. In the second part I mobilize some of Arendt’s key concepts in order to clarify what kind of liberation is at stake in forgiveness. Her concept of freedom gives short shrift to conceptions that are based on self-mastery and a moral transformation of sentiments. I also demonstrate that her concept of forgiveness does not address someone’s pure inner moral core but precisely presumes that who someone truly is, is only revealed through her actions. Forgiveness does not offer a mere salvation of one’s sins, but it restores the possibility to act again and to appear in a different way. Arendt’s concept of forgiveness starts from how humans appear in their uniqueness and not from a moral subject with similar moral qualities. This enables to understand forgiveness as intrinsic political practice, in which one takes responsibility for oneself, the other and the world one holds in common. However, this political practice is not omnipotent and the unforgivable does not set up an ultimate moral challenge but a boundary. Subsequently, repentance also appears as the ability to ‘trace back one’s steps’ instead of merely repudiating what one did.
In mijn proefschrift beargumenteer ik dat Hannah Arendts concept van vergeving een fundamentele revisie mogelijk maakt van de belangrijkste discussies die in de hedendaagse literatuur over vergeving worden gevoerd. Ik toon aan dat er in die discussies allerlei problemen en paradoxen opduiken die het gevolg zijn van bepaalde morele assumpties over vergeving. Hannah Arendts opvatting van het handelen en haar concept van vrijheid maken het mogelijk deze assumpties onderuit te halen. Bovendien wordt het mogelijk om vanuit de alternatieven die zij biedt vergeving als praktijk grondig te herdenken en een oplossing te bieden voor de problemen die in de hedendaagse benaderingen onvermijdelijk lijken. In het eerste deel analyseer ik hoe vergeving in de hedendaagse literatuur wordt onderscheiden van vergeten, excuseren en vergoelijken. Dit brengt enkele cruciale kenmerken van vergeving naar voor en staat toe de belangrijkste assumpties over vergeving te bespreken en bevragen. Vervolgens laat ik zien hoe Arendts theorie van het handelen een perspectiefwissel inhoudt die een heel nieuw licht werpt op wat er in de praktijk van vergeving op het spel staat. Haar benadering impliceert een ‘ommekeer naar de act’ die enerzijds een ander beeld schetst van het kwaad waarmee vergeving omgaat en anderzijds laat zien hoe men zich in de act van vergeving precies losmaakt van morele motivaties en attitudes. In het tweede deel zet ik enkele van Arendts kernconcepten in om uit te klaren welke bevrijding in vergeving op het spel staat. Haar concept van vrijheid maakt komaf met concepties die uitgaan van zelfbeheersing en een morele transformatie van sentimenten. Ik toon ook aan dat haar concept van vergeving zich niet richt op iemands zuivere innerlijke morele kern maar veronderstelt dat wie iemand echt is pas tot uitdrukking komt in zijn handelen. Vergeving biedt geen loutere verlossing voor de zonden, maar herstelt de mogelijkheid opnieuw te handelen en op een andere manier te verschijnen. Arendts vergevingsconcept gaat uit van hoe mensen in hun uniekheid verschijnen en niet van een moreel subject met identieke morele kwaliteiten. Dit maakt het mogelijk vergeving als een intrinsiek politieke praktijk te begrijpen, waarin men verantwoordelijkheid opneemt voor zichzelf, de ander en de wereld waarin men met die ander samenleeft. Deze politieke praktijk is echter niet almachtig en het onvergeeflijke vormt geen ultieme morele uitdaging maar een grens. Berouw verschijnt bijgevolg als het vermogen om ‘op de stappen terug te keren’ in plaats van afstand te nemen van wat men heeft gedaan.
Wat is denken na het einde van de metafysica? Een lectuur van Hannah Arendt's 'Thinking'
Hannah Arendt heeft vooral bekendheid verworven met haar tegendraadse opvattingen over politiek. Maar hoewel ze zichzelf, vanwege haar kritiek op de traditionele filosofie, nooit als een filosofe wil profileren, wordt ze in haar bezigheden gedreven door een diepe bekommernis om en een liefde voor de zaak van het denken. In deze thesis wordt daarom de vraag gesteld naar wat denken voor Hannah Arendt is. We behandelen deze vraag vanuit haar relevantie na het einde van de metafysica. Door dat einde wordt het mogelijk de vraag naar het denken op een hernieuwde manier te stellen. Arendts eigen diepgaand onderzoek over de aard van het denken in Thinking, het eerste deel van The Life of the Mind, dient daarbij als leiddraad.
De zorg om de wereld en de onsterfelijkheid Hannah Arendt over politiek, vrijheid en handelen
In mijn bachelorscriptie probeer ik het denken van Arendt over politiek, vrijheid en wereldlijkheid te doorgronden. Het eerste deel gaat over de relatie tussen politiek, "het menselijke vermogen bij uitstek", en vrijheid. Hierin laat ik zien hoe Arendt's invulling van wat vrijheid is zich afgrenst tegen de heersende opvattingen daarover, die volgens haar berusten op een misvatting. Ik maak in het eerste deel ook de koppeling naar haar bespreking van de menselijke activiteiten en maak duidelijk hoe elk van die activiteiten in een bepaalde verhouding staat tot vrijheid.. In dit deel probeer ik voornamelijk inzicht te krijgen in de specifieke manier waarop Arendt een aantal concepten hanteert en in hoe dit in contrast staat met wat wij er gewoonlijk onder verstaan. In het tweede deel probeer ik een antwoord te vinden op de vraag waarin politiek, begrepen als een politiek handelen, voor Arendt dan eigenlijk bestaat. Hoe moet ik mij dit handelen voorstellen? Wat speelt er zich nu eigenlijk daadwerkelijk in die politieke ruimte af? De zorg om de gedeelde wereld blijkt hier cruciaal. In het derde deel ten slotte behandel ik de afschaffing van politiek. Daar bespreek ik die verschijnselen die volgens Arendt het politieke onmogelijk hebben gemaakt en zodoende het einde van de politiek in gang hebben gezet. Dit mondt uit in de afschaffing van de wereld, wat resulteert in een ervaring van ʻverlatenheidʼ en uiteindelijk ook in de afschaffing van de vrijheid en menselijkheid.